Prehistorishe schatten in de Ardèche

Schatten uit het verleden

In de vitrines van de Cité de la Préhistoire wordt er een selectie van voorwerpen van meer dan 1800 archeologische sites belicht: een verrassende ontdekking met onze voorouders, hun werktuigen, hun juwelen, of de dieren van toen.

crane_d_ours_grotte_de_geodan(2).jpg
Crâne d'ours des cavernes - Ardèche - Paléolithique moyen

Schedel van een holenbeer

Vegetarische beren !
De Holenbeer was een heel groot dier: de grootste mannetjes konden tot 500 kg wegen en rechtop op hun achterpoten konden ze wel 3m50 groot zijn. Ze konden zowel in een gematigd als in een koud klimaat leven en hadden een plantaardig dieet. De holenbeer overwinterde in grotten en de vele fossiele overblijfselen (botresten) hebben ons een schat van informatie opgeleverd over zijn uiterlijk, zijn anatomie en zijn gedrag.

  • Waar kun je hem zien ?
    De zaal van het Midden Paléoliticum. Vitrine BEER
  • Van wanneer dateert dit?
    Niet-gedateerde overblijfselen, maar de Holenbeer leefde in West-Europa van ongeveer 120000 jaar geleden tot ongeveer 22000 jaar geleden.
  • Hoe zijn deze resten gevonden?
    Deze overblijfselen zijn ontdekt in 1966, in de Gorges de l’Ardèche, op het grondgebied van Saint-Remèze (07), nadat een schacht opengemaakt werd die uitmondde in een grote zaal aan de voet van een rotswand. De site werd niet opgegraven, maar na de ontdekking werd er geplunderd. De overblijfselen die bloot lagen zijn in 2017 verzameld met de goedkeuring van de Regionale Archeologische Dienst.
  • Afmetingen
    Lengte : 400 mm, breedte : 250 mm; hoogte: 250 mm, gewicht: 1100 g
feuille_de_laurier_cite_prehistoire_ardeche(2).jpg

Laurierblad

Een stenen blad !
Tussen de vele artefacten in silex (vuursteen) uit het Laat-Paleolithicum, zijn de laurierbladeren wel heel bijzonder. Sommige zijn lang (tot 34 cm lang) en bijzonder verfijnd (9 mm dikte) zoals bij een van de flinterdunne spitsen van Volgu en Saône-et-Loire.
Deze hier heeft meer bescheiden afmetingen: is 7,7 cm lang en 5 mm dik, maar is op een gelijkaardige manier gemaakt; door herhaaldelijk slaan gehouwen en daarna bewerkt onder druk van een rendier gewei. Deze typische objecten uit de Solutrée cultuur worden soms beschouwd als het hoogtepunt van de kunst van silex (vuursteen) te bewerken.
Ze werden niet alleen gebruikt als speerspitsen of als lemmet van een mes, maar de zorg waarmee ze vervaardigd werden, suggereert dat ze soms ook een sociale of rituele functie hadden.

  • Waar te zien ?
    Reeks Laat-paleolithium. Vitrine BELANGRIJKE PLAATSELIJKE SITES
  • Waartoe diende dit ?
    Jachtspeer
  • Waar en hoe terug gevonden?
    De Figuier grot ligt stroomafwaarts van de Gorges de l’Ardèche, op de linkeroever, op het grondgebied van de gemeente Saint-Martin d’Ardèche (07). Ze is een veertigtal meter diep, en bestaat uit drie grote zalen van enkele meter. Ze toont verblijfssporen uit het Midden- en Laat- Paleolithicum. Sinds 1888 zijn er verschillende opgravingen uitgevoerd (zaal 1); het laurierblad is ontdekt tijdens de opgravingen van P. Huchard in 1947 en 1948 (zalen 2 en 3)
  • Afmetingen
    Lengte : 77 mm, breedte 33 mm, dikte : 5 mm
biches_cotes_gravees_cite_prehistoire_ardeche.jpg
Côtes gravées - Ardèche - Paléolithique supérieur

Gegraveerde ribbeenderen

Kunstenaars van 12000 jaar geleden
De gegraveerde ribbeenderen van de Aven grotten zijn goed bewaarde en uitzonderlijke meesterwerken uit de collectie, en zijn vrij zeldzame vertegenwoordigers van de Paleolithische kunst in de Ardèche. De fijne en delicate gravures tonen een staalkaart van de fauna uit het Hoger Paleolithicum, en getuigen van de behendigheid en de artistieke gevoeligheid van de jager-verzamelaars uit het eind van het Paleolithicum.

  • Waar zijn ze te zien?
    Laat-paleolithische reeks. Vitrine MOBIELE KUNST
  • Van wanneer dateren ze ?
    De voorwerpen zijn zelf niet gedateerd, maar op basis van andere resten uit dezelfde archeologische laag kunnen we ze situeren ongeveer 12300 jaar geleden, op het eind van het Magdalénien, een cultuur uit het laat Paleolithicum.
  • Hoe en waar zijn ze gevonden?
    Deze voorwerpen zijn gevonden in 1969 tijdens de opgravingen van Jean Combier in de grot van de Deux Avens op het grondgebied van de gemeente Vallon-Pont d’Arc (07). De grot bevindt zich op 240 m hoogte, in de lage vallei van de Ibie. Enkele stukken gereedschap in silex (vuursteen) bevonden zich naast de kunstige voorwerpen: een hoofd van een hert, een vis en een hoofd van een rendier. De tekenstijl ligt dicht bij die van de grotten van de Vache in de Ariège, wat een cultureel verband tussen beide regio’s suggereert.
  • Afmetingen
    Lengte : 91 mm, breedte 24 mm, dikte 5 mm, gewicht : 5 g.
faisselle_neo_cite_prehistoire_ardeche.jpg

Aardewerken kaasvergiet

De eerste kaasmakers
We weten weinig over dit object, maar denken toch dat het een kaasvergiet is uit het Neolithicum. Het diende wellicht om de gestremde melk te laten uitdruipen, om zo droge kaas te verkrijgen en zo kaas, met zijn typische voedzame eigenschappen, langer te kunnen bewaren. Het is één van de oudste getuigenissen van de veeteelt van weleer.

  • Waar te zien ?
    In de vitrine veeteelt en jacht
  • Van wanneer dateert het ?
    Geen precieze datering. Toegeschreven aan het neolithicum
  • Hoe en waar is het gevonden ?
    Het voorwerp werd opgegraven of gevonden door A. Héritier in de kleine grot van Lunettes, aan de voet van de Saleyron rots (07150) dichtbij de Pontiargrot. Hij gaf geen verdere data over de omstandigheden van de vondst. Het in verschillende stukken gebroken voorwerp werd weer aan elkaar gelijmd.
pointe_fleche_cite_prehistoire_ardeche.jpg

Pijlpunt

Tijdens de jacht zoals tijdens de oorlog
Deze punt werd aan een pijl (uit een boog) bevestigd. Het onderste uiteinde vergemakkelijkt het aanbrengen van de pijl op de houten pijlschacht en de vinnen dienen als weerhaken om te voorkomen dat de pijl het lichaam van het dier verlaat.
Hoewel de vorm van het pijlbeslag beantwoordt aan de technische vereisten, heeft het ook een meer symbolische rol: door de technische tradities te respecteren kon men tonen tot de groep te behoren.
Hoewel zij dieren hielden en het land bewerkten, maakten jagen en verzamelen nog steeds een belangrijk deel uit van het dieet van de neolithische bevolkingsgroepen.

  • Waar te zien ?
    Neolitishe reeks. Vitrine JACHT
  • Van wanneer dateert het ?
    Eind van de neolithische periode
  • Waar en wanneer werd het gevonden ?
    De grot van Pontiar ligt stroomopwaarts van Gorges de l’ Ardèche, op de rechteroever op een hoogte van 160 m, en is maar moeilijk toegankelijk. In lagen tussen 60 cm en 2 m diep uit het voorportaal bleek een bewoning vanaf het midden-neolithicum tot de hoge middeleeuwen, waarbij haardresten en keramiekscherven wijzen op een regelmatige bewoning. De opgravingen werden uitgevoerd door Arsène Héritier tussen 1978 en 1980.
  • Afmetingen
    Lengte : 37 mm ; breedte : 24,2 mm ; dikte : 4,2 mm
vase_oulen_cite_prehistoire_ardeche.jpg

kleine pot van de Baume d’Oulen

EEN VOLLEDIG GEVONDEN AARDEWERK STUK
Deze kleine vaas werd gevonden onderaan de eerste vroeg-neolithische niveaus, en is een van de oudste keramische voorwerpen die in Frankrijk zijn gevonden. Ondanks zijn leeftijd is het ook een van de weinige stukken aardewerk in de collectie die in hun geheel zijn teruggevonden.
Het oppervlak is ruw, zonder glans of decoratie; het draagt sporen van het rode okerpleisterwerk dat oorspronkelijk bedoeld was om de hele vaas te bedekken.
Zoals alle aardewerk uit deze periode werd ook dit aardewerk gebakken boven een houtvuur bij een temperatuur van 600-800 °C, voldoende voor een volledige transformatie van de klei tot een keramiek die toch licht poreus blijft.
Al lijkt het wat dik en vervormd te zijn, en ruw bewerkt, toch is het een opmerkelijk object, dat getuigt van zijn Neolithische oorsprong in Frankrijk.

  • Waar te zien ?
    Neolithische reeks. Vitrine landbouw en keramiek
  • Van wanneer dateert het?
    Een koolstof-14 datering in de bovenliggende laag gaf als datum ongeveer 4600 voor Christus. De meting gaf geen gekalibreerd resultaat, maar waarschijnlijk ligt de basis van de laag rond 5500 v. Christus. De stijl van de vaas en de rest van de keramiek die in deze laag gevonden is, bevestigt de toeschrijving aan het begin van het neolithicum, dat wil zeggen, de Cardiaal cultuur in Zuid-Frankrijk. Deze datering maakt dit vaasje tot een van de oudste in Zuid-Frankrijk..
  • Waar en hoe is het gevonden?
    De grot van Baume d'Oulen is een grote rotsschuilplaats in de Gorges de l'Ardèche, op de rechteroever op het grondgebied van de gemeenten Labastide-de-Virac (07) en Le Garn (30). De grot is momenteel afgesloten door een hek, en bevat een opeenvolging van archeologische niveaus van het Midden-Paleolithicum tot het einde van het Neolithicum. Laag 6, die overeenkomt met het vroege neolithicum, is een van de best bewaarde. Ze heeft veel zeer verspreide keramische scherven opgeleverd, wat de ontdekking van dit kleine intacte potje zeer verrassend maakt. Het werd gevonden in een kleine kuil aan de basis van laag 6, met de bodem naar boven. Het lijkt opzettelijk te zijn begraven door een van de groepen die de plek in het vroege neolithicum bezochten. Het is een van oudste intacte potten in keramiek in Frankrijk.
    hache_polie_cite_prehistoire_ardeche.jpg

    Gepolijste stenen bijl

    HET BEGIN VAN DE ONTBOSSING
    Hoewel de mensen in het paleolithicum al voorwerpen uit been polijsten, zijn ze pas in het neolithicum begonnen met het polijsten van stenen.
    Die werden gebruikt als bijlbladen om bomen om te hakken. Gemonteerd als een soort hakmes, d.w.z. met de snijkant loodrecht op de as van het handvat, konden ze worden gebruikt als schoffel, maar ook om boomstammen haaks op elkaar te zetten om er balken van te maken of om ze uit te hollen om er containers of boomstamkano's van te maken.
    Sommige bijlen zijn gemaakt met een zorg die verder gaat dan wat nodig is voor een gebruiksvoorwerp. Waarschijnlijk waren het toen prestigeobjecten.

    • Waar te zien ?
      Neolithische reeks. Vitrine landbouw
    • Van wanneer dateert het?
      Geen datering, maar de gepolijste steen techniek is typisch voor het Neolithicum.
    • Waar en hoe is het gevonden?
      Deze bijl van jadeiet werd aan de oppervlakte verzameld nabij een historische archeologische site, het Monastier de Vagnas, die ook in de Oudheid en de Middeleeuwen werd bewoond.
    • Afmetingen
      Lengte : 94,1mm, breedte 52,7 mm, dikte 21, 8 mm
    poignard_cite_prehistoire_ardeche.jpg
    Poignard de Payre - Ardèche - Néolithique final

    Dolk

    EEN DOLK ZO BREEKBAAR
    Deze dolk, een geëvolueerde versie van een gebruiksvoorwerp, is een uitzonderlijk stuk, niet alleen vanwege zijn zeldzaamheid, maar ook vanwege de technische investering die hij vertegenwoordigt. Misschien werd ze gebruikt om bepaalde materialen te snijden, maar omdat ze zeer dun en breekbaar is, moest dat voorzichtig gebeuren. Het is dus een prestigeobject dat vooral diende om te pronken. De aanwezigheid ervan op een begraafplaats kan worden geïnterpreteerd als een offer, net als de sieraden en andere vuurstenen werktuigen die erbij horen.
    De dolk getuigt van het belang van prestigeobjecten aan het einde van het neolithicum, wat kan wijzen op een sterk hiërarchische samenleving.

    • Waar te zien ?
      Laatste Neolithische reeks. Vitrine OBJECT OF APPARAT.
    • Van wanneer dateert het ?
      Er is geen absolute datering uitgevoerd in de archeologische laag, maar de stijl van de dolk en de punten die in dezelfde laag gevonden zijn, doen vermoeden dat ze uit het eind van het Neolithicum komt, ongeveer 2500 jaar geleden.
    • Waar en hoe is het gevonden?
      De grot bevindt zich in de gemeente Rompon, op de linkeroever van de Payre, bij de samenvloeiing met de Rhône, ongeveer 30 m boven de rivier. Een andere archeologische site in de directe omgeving heeft overblijfselen uit het Midden-Paleolithicum opgeleverd.
      In 1941 ontsloot een jonge speleoloog, Paul Dupin, een tunnel in de grot die hem toegang gaf tot een andere galerij. Het was tijdens dit werk dat hij de dolk ontdekte. De site is vervolgens bestudeerd door M. Beaux die de rest van het materiaal heeft opgegraven: menselijke resten, ornamenten (kralen en hangers), fragmenten van een andere dolkkling, een gepolijste bijl, verschillende kleine vuurstenen klingen en vijf koperen of bronzen klinknagelkoppen.
    • Afmetingen
      Lengte : 198 mm, breedte : 41 mm, dikte 5 mm, gewicht 42 g
    crane_humain_cite_prehistoire_ardeche.jpg
    Crâne de la grotte des Jarres - Ardèche - Néolithique

    Menselijke schedel

    EEN GRAFTOMBE IN EEN GROT
    De grot van Jars is opmerkelijk door de hoeveelheid keramische potten die ze heeft opgeleverd. Er werd echter ook een begraafplaats ontdekt in een schacht naast de kamers waar het aardewerk lag. Ze dateert waarschijnlijk van voor het gebruik van de grot als opslagplaats. Hoewel veel van de botten zijn verdwenen, is de schedel opmerkelijk goed bewaard gebleven.
    De grot van Jars is ontdekt door speleologen, en is een voorbeeld van de vruchtbare samenwerking tussen speleologen en archeologen.

    • Waar te zien ?
      Neolithische reeks. Vitrine VINDPLAATSEN IN DE OMGEVING
    • Waar en hoe is hij gevonden?
      De grot van Jars bevindt zich in een kalksteenlaag tussen de Trias zandsteenlagen, in de omgeving van Largentière (07). Ze werd in 2004 ontdekt door een team van de speleoclub van Aubenas en onmiddellijk gemeld aan de regionale dienst voor archeologie, die een opgraving met vrijwaringsmaatregelen uitvoerde.
      De speleologen maakten een smalle doorgang vrij om toegang te krijgen tot het grottenstelsel. Het bleek dat de prehistorische gebruikers van de grot via een bredere toegang naar binnen waren gegaan, die vervolgens was ingestort.
      Zoals de naam doet vermoeden, is het bijzondere kenmerk van de Kruikengrot de keramische inhoud: er zijn ongeveer 50 vazen geïdentificeerd, waarvan sommige in uitstekende staat van bewaring verkeren. Naast potten werd ook een terracotta hoorn gevonden, een uitzonderlijke vondst aangezien er slechts een gevonden is op 4 neolithische sites.
      In een schacht naast de "huishoudelijke" ruimte die het aardewerk opleverde, werd een begraafplaats gevonden. Aangezien de koolstofhoudende deeltjes uit deze ruimte alleen gevonden werden boven de sedimenten die het skelet bedekten en niet in de diepere niveaus, lijkt het erop dat de begraafplaats er al was toen de keramiek in de grot werd neergelegd, al zal dat wellicht niet veel later geweest zijn.
    statue_menhir_cite_prehistoire_ardeche(2).jpg

    Menhir standbeeld

    EEN MYSTERIEUS STANDBEELD
    Deze kalkstenen stèle stelt een figuur voor: neus en wenkbrauwen die een T-gezicht vormen; armen over de romp gevouwen die een kromstaf vasthouden. De stèle bestaat uit twee delen omdat hij gebroken werd gevonden.
    We weten niet waartoe de gebeeldhouwde stèles die aan het eind van het neolithicum werden opgericht, dienden. Het zijn antropomorfe voorstellingen, soms voorzien van onderscheidende tekens van seksuele aard (borsten), soms uitgerust met attributen die eerder als mannelijk worden geïnterpreteerd: harnassen, kruizen, dolken. Ze lijken een band te hebben met het grondgebied: misschien dienden ze om de plaats van een gebeurtenis te markeren, een materiële of symbolische grens aan te geven... Misschien waren het godheden of voorouders? De functie van deze stèles blijft mysterieus, al kreeg deze op het eind van het gebruik van de grot een heel andere functie: als vloertegel…

    • Waar te zien ?
      Laat-neolithische reeks. MENHIR STANDBEELD
    • Waar en hoe is het gevonden?
      De aven Meunier (St Martin d'Ardèche-07) is een kleine ondiepe aven (afgrond) die via twee kleine portieken in verbinding staat met een grot van enkele tientallen meter. De site werd voor het eerst opgegraven door Léopold Chiron in 1896, maar het was eind jaren 1960 dat R. Gilles en A. Huchard de stèle in de grot ontdekten. Huchard ontdekte de stèle: het onderste deel werd plat gevonden in een plaveisel van kalksteenplaten en het bovenste deel rechtop tegen een natuurlijke pilaar die de twee ingangen van de grot scheidt. De grot werd gebruikt als begraafplaats, maar waarschijnlijk ook als woning, zoals blijkt uit de vele keramiekscherven uit het late neolithicum.
    bracelet_cite_prehistoire_ardeche.jpg
    Bracelet en bronze - Ardèche - Âge du Bronze

    Bronzen armband

    Een armband die 3000 jaar geleden verborgen werd
    Deze bronzen armband werd gevonden in een verhoogde nis in een kleine grot, samen met vele andere metalen voorwerpen, wat klein aardewerk, een keramische hanger en een wolventand.
    Het geheel werd er gezet in de laatste bronstijd, ongeveer 1000 jaar geleden. Zeker weten we het niet, maar deze opeenhoping van waardevolle voorwerpen op een moeilijk toegankelijke plaats doet toch denken aan een verborgen schat: rijkdom die iemand wilde verbergen als bescherming.

    • Waar te zien ?
      Reeks Bronstijd. Vitrine ACHTERGELATEN VOORWERPEN
    • Waar en hoe is hij gevonden?
      De ontdekking vond plaats in 1989 tijdens een ontmanteling door een groep speleologen uit Saint-Montan in de kloven van Rimouren, in de gemeente Gras (07). De grot is klein, ongeveer 20 m diep en ongeveer 15 m hoog, en opent ongeveer 50 m boven de rivier. De nis met de voorwerpen bevindt zich ongeveer tien meter boven de vloer van de grot.

    Alle foto’s van archeoligische voorwerpen zijn van Guillaume Mazille